Er ligt een foto op tafel en al kijken we allemaal naar hetzelfde beeld, we zien ook allemaal wat anders. Onze herinneringen kleuren het plaatje automatisch in met wat we menen te herkennen. Oja, mijn oma had vroeger ook kippen. Zo’n boom stond vroeger in onze voortuin. Of: mijn oom kon ook altijd zo ondeugend kijken. Maken al die herinneringen de foto juist compleet of trekt het ons weg van wat de fotograaf wilde laten zien? Wat zijn zijn gevoelens of herinneringen die door zouden moeten sijpelen in wat nu voor ons ligt?
We pakken elk onze eigen kaders en schuiven ermee heen en weer. Links, boven, schuin, steeds een stukje verder, schever, anders. Met elke beweging komt er een nieuw detail helder naar boven. Het lijkt op de gesprekken die we voeren. Per moment en afhankelijk van wie er tegenover ons zit, bepalen we wat we in ons kader uitlichten. Maar wat ik nu deel, kleur jij weer verder in met alle details die bij jou horen. Betekent dat dat er nooit één beeld stilstaat? Dat elk stilstaand beeld eigenlijk beweegt en blijft bewegen door de steeds veranderende inbreng van de maker en de ontvanger? Dat beeld leeft? Ik wil leren kijken. Leren zien hoe jouw kaders ontstaan zijn. Jouw licht leren lezen. Zien wat jouw beelden laat leven.
Elk beeld kun je beoordelen op compositie en perspectief. Vanuit welke hoek bekijk je iets? Vertel je het verhaal van de dochter, de vader, het land of het huis? Maak je jezelf groter om iets anders kleiner te maken? Kijk je verlangend omhoog, kijk je op een cruciaal moment opzij of staar je gedachteloos in de verte? Eén beeld, één verhaal, kan op zo veel verschillende manieren gevangen worden. Het is precies wat de waarheid zo stroperig maakt.
Soms werken we met tegenlicht. Bewust, om een dromerige sfeer neer te zetten. Om kleine imperfecties niet de overhand te geven. Onbewust, omdat ons onderwerp nu eenmaal zo geplaatst is dat we dwars door al het licht heen moeten werken om te kunnen laten zien wat we net zelf zo mooi in gedachten al zagen. Met toegeknepen ogen proberen we dat ene detail te vangen dat nu belangrijk is. Voor jou en jouw beeld. En voor mij.
Laten we daarmee spelen. Spelen met licht. En ontdekken wat het met onze verhalen doet, al weten we zelf nog niet wat ze zouden moeten zeggen. “Blijf staan,” zeg je, “en kijk welke nuances je aan kunt brengen door steeds meer of minder licht toe te laten in jouw beeld.” Hoeveel licht laat jij in je leven toe?
De tuinman, de bloemen, het schelpenpad, wijzelf. We staan er kleurig op. Soms scherp, soms ietwat wazig. Vanuit een ongelukkige hoek of net niet helemaal in het juiste kader. Precies zoals we zijn, vandaag dan, want morgen zal alles weer anders zijn.
We wandelen door onze beelden. “Is deze van jou? Grappig, die van mij is precies hetzelfde!” En toch zijn ze allemaal anders. Door de verhalen die we erbij bedachten, die we ons herinnerden en die we nu in kleine fragmentjes delen.
Met welk licht schrijf jij? In welk licht wil jij mij zetten? Gewapend met onze telefoon gaan we weer op pad om meer verhalen te vangen. Meer van onszelf te laten zien. Het liefst schrijvend vanuit een licht hart.
Dit blog werd geschreven door Hiske de Vries over haar ervaring met het verzorgen van de workshop fotografie van Kopi Kecil Krea.