Leerplan

In het structurele kunstonderwijs vormt het leerplan het basisdocument. In dit plan zijn alle belangrijke (inhoudelijke) zaken vastgelegd die te maken hebben met de samenwerking. Daarnaast staat beschreven wat de speciale aandachtspunten zijn en langs welke leerroute  het kunstonderwijs wordt vormgegeven. Het leerplan is een document dat gedurende het traject bijgesteld kan worden.   

De visie van de school en de visie van KOO op kunstonderwijs dienen als startpunt. Bij het bepalen van de inhoud van het lesprogramma wordt eerst gekeken naar de belevingswereld van de leerlingen, de gewenste leerdoelen en bijzondere aandachtspunten. Vervolgens wordt de passende vormtaal en/of kunstdiscipline gekozen en wordt de gewenste leerroute bepaald. Deze kan monodisciplinair, multidisciplinair of interdisciplinair van aard zijn. In het speciaal onderwijs zetten we voor de leerlingen het liefste een interdisciplinaire manier van werken in. 

  • Monodisciplinaire leerroute: een kunstdiscipline naar keuze staat centraal. De docent werkt alleen binnen zijn eigen discipline 
  • Multidisciplinaire leerroute: bestaande uit twee of meerdere kunstdisciplines. Docenten uit verschillende disciplines werken samen, maar ieder binnen zijn eigen discipline. Of een kunstenaar die verschillende kunstdisciplines naast elkaar beoefent.  
  • Interdisciplinair leerroute: Er is sprake van een uitwisseling of versmelting van disciplines. De kunstdisciplines hebben elkaar nodig om tot een creatief antwoord te komen vanuit een onderzoeksvraag .   

Als de leerroute is vastgesteld kijken we of alle doelen te behalen zijn binnen de structurele lessen of dat we ter verrijking, verdieping of oriëntatie extra aanbod toevoegen aan het lesprogramma. Daarnaast pakken we de organisatorische zaken mee. 

Twee keer per jaar komt je contactpersoon op school om het leerplan door te nemen. Liggen we op schema? Is bijstelling nodig of zijn er leuke kansen die we de school kunnen aanbieden? Deze en andere vragen komen aan bod. Bij de gesprekken proberen we altijd de vakdocent(en) aan te laten sluiten. Daarnaast krijgt de vakdocent twee keer per jaar een lesbezoek van de contactpersoon van KOO of van een inhoudelijk specialist. Dit doen we niet om de vakdocent te controleren, maar juist om de docent te ondersteunen. De vakdocent levert hiervoor zelf een observatievraag in. De docent krijgt tips voor de verdere ontwikkeling van het lesprogramma. Startende vakdocenten op een school krijgen in het begin meer intensieve begeleiding vanuit ons. Zo raken zij snel vertrouwd met de school en de manier van werken.  

Benieuwd wat we voor jouw school kunnen betekenen?

Logo KOO

KOO

Mijn KOO